In mijn pubertijd of toen ik net volwassen aan het worden was, was er een film die over sex ging, Everything you always wanted to know about sex, but were afraid to ask. Dat is een schrijversbruggetje naar Alles wat je over schimmels en paddenstoelen wilde weten, maar nergens in een boek vond . Schimmels en paddenstoelen brengen dan wel geen schaamte mee, wat ik eigenlijk wil zeggen dat ik dit boek veel leuker vind dan de paragraven in mijn schoolbiologieboeken, die ik door moest werken om te begrijpen waarom schimmels en paddenstoelen voor de voedingsgewassen soms een bedreiging kunnen inhouden. Daar krijg je doorgaans geen rode koontjes van. Hier is dat anders. Dat was niet een benadering om eens bewonderend te kijken naar de organismen te kijken.
Wel kom je verschijnselen in het boek tegen van schimmels/paddenstoelen die Ir. Riemens, van de proeftuin in Naaldwijk voor de glastuinbouw, lang geleden, zo intrigerend vond en daar studie naar ondernam om schimmels/paddenstoelen in te zetten tegen insecten die in bijvoorbeeld komkommers en paprika’s huis konden houden. Dat maakte toen erg indruk op me, vandaar dat ik het na vijftig jaar me nog kan herinneren.
Je komt dergelijke paddenstoelen tegen in het boek. Een beetje griezelig wel, zo’n knots van een vruchtlichaam uitstekend uit het lichaam van wat eens een vlinder had moeten worden. Rode knotsen op het lijk van een sprinkhaan, geeltjes op wat eens een wandelende tak was. Dat is dan gelijk het “horror” gedeelte van het boek.
Als je het boek alleen doorbladert kom je de meest uiteenlopende vormen tegen van vruchtlichamen, wat dat zijn, verteld het boek wel, met schitterende macro opnames van schimmeldraden, hoe deze voedsel vergaren en doorgroeien, sporen die dan weer opeens met seks van doen blijken te hebben. De indeling van paddenstoelen in een schema dat nu eens verhelderend werkt in tegenstelling tot wat er door de meeste paddenstoelen boeken wordt geboden. Heldere schema’s die, van de systematiek zoals dat heet, iets begrijpelijks maken en laat zien dat er, qua vormen, paddenstoelen voor kunnen komen die er vrijwel hetzelfde uitzien maar toch in een groep horen waar je die niet zou verwachten. Het waarom van deze “dwaalgasten” wordt ook duidelijk als je het levenspatroon beschreven krijgt. Dan wordt het opeens weer logisch.
Natuurlijk komen de superverschijningen aan bod, reuzenbovisten en boleten groot genoeg om mee te voetballen of als parasol of pluu te kunnen gebruiken.
Eetbare paddenstoelen en van die leuke, waarmee je een onwelgevallige schoonmoeder tot geschiedenis maakt.
Het boek verteld veel over het nut van paddenstoelen en het mogelijk gebruik waar de bovenstaande geen onderdeel uitmaakt.
Ik zag dat pas nog in een natuuruitzending van de BBC, waar het verband tussen de welvaart van de bossen aan de westkust van Canada mede werd verklaart door de vangst van zalmen door beren en vliegende eekhoorns die minitruffeltjes in het bos verspreiden, deze spreiding komt uit het spaargedrag van de eekhoorns. Ze verzamelen de truffeltjes en bergen ze op, maar het is niet gezegd dat deze ook opgegeten worden en kunnen op die manier hun voor het bos zo noodzakelijke en nuttige werk doen als ze aan een nieuw leven van groeien en vrijmaken van voedingstoffen voor de bomen en andere planten kunnen beginnen.
De beren vangen meer zalm dan ze naar binnen kunnen werken en laten als dank voor het aangenaam verpozen nogal wat zalmlijken zonder schillen en dozen achter in het bos. Daarmee komt er een vracht aan nitraat uit de oceaan op het land. Het gras groeit daar welig door, met het gevolg dat de beren in het voorjaar extra voedingrijk gras kunnen eten. De mest die zij daar weer mee fabrieken wordt weer door schimmels afgebroken zodat die weer opnieuw planten kunnen voedden.
Het zit fraai in elkaar op die manier.
Het boek illustreert dat mooie systeem aan de hand van andere voorbeelden. Vanzelfsprekend komt de heilzaamheid van penicilline, wat ook een paddenstoelproduct is ook aan bod. Om er maar een uit te pikken.
Zo kan ik natuurlijk wel even doorgaan.
Wil je duidelijk maken wat paddenstoelen zijn aan je kinderen, je publiek (als je natuurgids of boswachter bent o.i.d.), je leerlingen op school of van de paddenstoelencursus, dan is het beslist een aanrader en kun je de regenachtige dagen van deze zomer besteden aan het boek en kom je goed beslagen ten ijs als het paddenstoelenseizoen weer begint en dat is vroeger dan je denkt.
Het maakt vrolijk in het voorjaar, en het vrolijk lenteliedje kent ook een strofe waar paddenstoelen in voorkomen:
............Daar is de lente,
Daar is de zon,
Bijna, maar
Ik denk dat ze weldra zal komen,
De Phallus impudicus* staat al in bloei,
en de blaadjes krijgen bomen......
(* blz.: 177 Grote stinkzwam met duivelseieren)
De auteur is fotograaf naast paddenstoelenkenner en dat zullen we weten, hoewel ik af en toe de indruk heb dat de kleuren wat zijn opgepimpt is het merendeel prachtig van kleur en meer dan alleen al de moeite waard. Maar kijkt u liever zelf.
Breda, april/mei 2013.
Paul Munnik
Plantaardigheden.nu - Vragen en antwoorden en discussie
Verkrijgbaar in de boekhandel en via www.knnvuitgeverij.nl
|