Beginpagina van Plantaardigheden.nl

 

 

Actuele toepassingen van planten

Plantaardigheden.nl
Artikelen over planten
Sitemap

Leesmaar.nl
Dodoens en meer bijzondere boeken

Leeswerk.nl
Artsenijgewassen
Flora Batava

Krachtigeplanten.nl
A modern herbal: 100 medicinale planten
Massachusetts Institute of Technology

Boekenrubriek met recensies van boeken over toepassingen van planten

Van Nature

Het verzamelen en koken van wilde planten, vruchten, noten en paddestoelen.

  • Auteur: Ria Loohuizen
  • Uitvoering: Paperback geïllustreerd
  • Pagina's: 260 bladzijden
  • Prijs: 18,95 euro
  • ISBN: 978 90 6432 8
  • Uitgever: Uitgeverij Athenaeum Amsterdam
  • Meer informatie over de auteur

   Ria Loohuizen is literair vertaalster van beroep, dat is te merken in haar woordkeus en haar uitgeverijenwissels. Nu heeft ze haar hobby koken en natuurliefde uitgewerkt in haar vijfde boek over het verwerken van wilde plantaardigheden.

   Ze heeft als bron ook deze website vermeld en dat schept een band. Het zal op zijn minst hierbij gaan over haar beschrijving van het vlierefluitje.

Lijst van behandelde planten

  • Barbarakruid — Barbarea vulgaris
  • Berenklauw — Heracleum sphondylium
  • Boerenwormkruid — Tanacetum vulgare
  • Bosaardbei (ofwilde aardbei) — Fragaria vesca
  • Bosbes (rode en blauwe) — Vaccinium vitis-idaea; Vaccinium myrtillus
  • Brand netel — Urtica dioica
  • Brave hendrik — Chenopodium bonus-henricus
  • Bijvoet — Artemisia vulgaris
  • Cichorei — Cichorium intybus
  • Daslook — Allium ursinum
  • Dovenetel (witte en paarse) — Lamium album; Lamium purpureum
  • Duizendblad — Achillea millefolium
  • Engelwortel — Angelica sylvestris; Angelica archangelica
  • Herderstasje — Capsella bursa-pastoris
  • Hoefblad (klein) — Tussilago farfara
  • Hondsdraf— Glechoma hederacea
  • Kamille (echte) — Matricaria chamomilla
  • Klaproos — Papaver rhoeas
  • Klaver (rode en witte) — Trifolium pratense; Trifolium repens
  • Klis (grote en kleine) — Arctium lappa; Arctium minus
  • Kool (wilde) — Brassica oleraceae
  • Lamsoor — Limonium vulgare
  • Lievevrouwebedstro — Galium odoratum (ook wel: Asperula odorata}
  • Look-zonder-look — Allaria officinalis (of Allaria petiolata)
  • Madeliefje — Bellis perennis
  • Malva (kaasjeskruid) — Malva sylvestris Marjolein, Majoraan — Origanum vulgare
  • Melganzenvoet (gewone en rode) — Chenopodium album; Chenopodium rubrum
  • Melkdistel — Sonchus oleraceus
  • Mierikswortel — Armorada rusticana
  • Moerasspirea — Filipendula ulmaria
  • Munt (akker-, peper-, water-) — Mentha arvensis; Mentha piperata; Mentha aquatica
  • Muurpeper — Sedum acre
  • Paardenbloem — Taraxacum officinale
  • Pastinaak (wilde) — Pastinaca sativa
  • Peeri (wilde) — Daucus carota
  • Pimpernel (kleine) — Poterium sanguisorba
  • Pinksterbloem — Cardamine pratensis
  • Raket — Sisymbrium officinale
  • Smeerwortel — Symphytum officinale
  • Teunisbloem — Oenothera erythrosepala
  • Tijm (wilde) — Thymus serpyllum Veldsia — Valerianella locusta
  • Viooltje (maarts en driekleurig) — Viola odorata; Viola tricolor
  • Vogelmuur — Stellaria media
  • Waterkers (witte) — Rorippa nasturtium aquaticum (ook wel: Nasturtium officinale)
  • Weegbree (grote en smalle) — Plantago major, Plantago lanceolata
  • Winterpostelein — Montia perfoliata (ook wel: Claytonia perfoliata)
  • Zeeaster — Aster tripolium of Tripolium vulgare
  • Zeekraal — Salicomia europaea
  • Zeewier — Phylum
  • Zevenblad (hanenpoot) —Aegopodium podagraria
  • Zuring (veld-, schapen-) — Rumex acetosa; Rumex acetose

   Zoals veel mensen heeft mevrouw Loohuizen problemen met de vervlakking van de smaak van groenten en fruit zoals dat door veel supermarkten aan de minder kritische consument wordt gesleten. Met een in het grijze verleden opgedane agrarische opleiding tot kweker van groenten en fruit onder glas is dat zonder meer als prikkelend door mij ervaren, maar de huidige praktijk van massale handel op de groenteveilingen waarbij de kwaliteiten van de individuele tuinders van ondergeschikt belang is geworden, zijn schrijnend merkbaar in de kwaliteit van het aangebodene bij de supermarkt. Het is kleine tuinders zelfs zo goed als onmogelijk zelfstandig hun trots op een veiling aan te bieden. Noodgedwongen brengen kleine tuinderijen bij ons in de grensstreek hun groenten naar een Belgische Veiling.
Naar mijn idee een zeer jammere zaak.

   Mevrouw Loohuizen propageert het verzamelen van wilde planten voor gebruik in de keuken, haar uitgeverij gaat zelfs zover te claimen dat de supermarkt overbodig wordt. Daar heb ik mijn twijfels bij, vooral als er een bewering voorbij komt dat er nog nooit een plant is uitgestorven door het gebruik ervan. Dat had ze niet moeten beweren, want op plantaardigheden.nl is duidelijk al minstens een plant beschreven (Canadese Geelwortel http://plantaardigheden.nl/art_div/geelwortel.htm bijvoorbeeld) die door intensieve wildoogst bijna is verdwenen en waar de plaatselijke overheid heeft moeten ingrijpen om die laatste paar planten veilig te stellen. Maar ik geloof niet dat we alle inwoners van Nederland van uit de natuur hoeven te voeden (zo dat al kan op basis van de beschikbare ruimte en biomassa), als er al mensen zijn die ter verlaging van hun cholesterol paardenbloemen willen gaan gebruiken en als enige bron daarvan een winkel kennen of die winkel als enige verantwoorde bron van de paardenbloemen willen zien.

   Stel je voor zeg: Paardenbloemen oogsten in een wei, daar lopen koeien in te plassen en excusez le mot, schijten.  

   Dus zal het niet zo’n geweldige vaart lopen met eventuele bedreigingen van de flora als we wat vaker de natuur in trekken om wat plantaardige zaken te verzamelen waar we nuttig gebruik van kunnen maken. Vooral als we beloven geen al te grote hebberigheid te betrachten bij onze uitstapjes in de natuur en het nodige laten staan voor herstel.

   Wat is er trouwens op tegen wilde planten te “domesticeren” in de tuinen? Niets. Vooropgesteld dat we hierbij niet dezelfde fout begaan als de moderne tuinbouw.

Het boek:

   Een paperback, net iets te groot voor een binnenzak waar ze ook niet voor bedoeld is. Voor een tweede druk denk ik dat een gebrocheerd/gebonden versie bij herhaald raadplegen langer mee zal gaan. Niet dat ik de uitgave al heb stukgelezen en dat ze kwetsbaar zou zijn, maar ik ken mezelf en denk dat je het vaker ter hand zal nemen dan een doorsnee roman.

   De boekverzorging is van Hannie Pijnappels met een omslag van Nanja Toebak, bij toeval plantaardige namen?

   De illustraties zijn gegroepeerd zoals vaker gebeurt in dit genre, in twee clusters van reproducties van oude prenten bijeengezocht door Diny Winthagen. De meeste komen uit de Flora Batava die ook op plantaardigheden is te bewonderen.( http://www.leeswerk.nl/florabatava/index.htm ) Dat verleent enerzijds cachet maar anderzijds is nostalgie een beetje verwarrend in deze tijd.

   Na het titelblad en voor het colofon komt eerst een waarschuwing die ik zeker van belang vind:

   Het eten en plukken van de in dit boek vermelde gewassen, dient met kennis van zake te geschieden en is geheel voor risico van de gebruiker.

   Een waarheid als een koe, er wordt bij herhaling in de tekst op gewezen dat het verstandig is studie naar het herkennen van planten te doen, vóór dat we gedreven geraakt met het verkeerde thuiskomen en ons zelf een onprettige ervaring bezorgen.

   Het boek valt uiteen in vier delen voorafgegaan door een inleiding en verantwoording, waarin veel dingen voorbij komen die we ook elders in diverse uitgaven tegenkomen, maar de stijl is dermate vlot en goed geschreven dat het verplichte karakter er helemaal niet uit blijkt. Dat Loohuizen het niet eens is met allerlei recreatieve zaken die in natuurgebieden worden aangebracht ter vermaak van “het volk” of het “publiek”, is heel sympathiek maar uit oogpunt van geleiding van recreatiedruk is dat mijns inziens wel verdedigbaar. Goede beheerders hebben inzicht in de “psychologie” van hun bezoekers en proberen hun bos- en natuurelementen plaatselijk te ontlasten voor de nodige rust. De echte natuurliefhebber is niet zo’n verstoorder dat ze die begeleiding nodig heeft en ik weet uit ervaring op dat gebied dat het zeker wel nodig is om “sturend” op te treden bij de soms enorme aantallen bezoekers met een wat minder besef van wat kan en niet kan.  Het door haar bekritiseerde beleid om wildpluk te ontmoedigen is in ons land ook verdedigbaar met de enorme bevolkingsdruk. De echte liefhebber hoeft niet ontmoedigd te worden die gaat inderdaad redelijk verantwoord met deze zaken om. Als het om kennis van zaken gaat kan ik uit eigen waarnemingen vertellen dat die vaak bedroevend laag is. Maar het boek is bedoeld om in die lacune te voorzien.

   Deel I handelt over de bomen en de struiken waarvan er vijfentwintig de moeite van het bespreken waard zijn gebleken. Buitenbeentje in dit clubje is de Hop, (Humulus lupulus) die ik meer een kruidachtige zou hebben genoemd. Het culinair gebruik kan ik echter volledig onderschrijven. Als opmerking bij de zuurbes zou ik de bessen voor medicinaal gebruik niet geheel rijp oogsten vanwege de inzetbaarheid tegen virale aandoeningen waarbij de alkaloïden van belang zijn.

   Van de walnoot is ook nog te melden uit eigen bron, dat ze zo geschikt is voor mensen met een overgewicht; ze bevat een enzym die vooral het vet in het lichaam helpt te “verbranden”.

   Deel II bespreekt een 57-tal planten, waarbij de wilde peen natuurlijk niet ontbreekt. Van elk worden een aantal wetenswaardigheden genoemd afgesloten met een korte beschrijving van het gebruik.

   Wat schijnbaar gewoon wordt gevonden is dat het medicinale gebruik van planten in de verleden tijd wordt beschreven. Terwijl dat gerust in de tegenwoordige tijd (taalkundig gezien) beschreven zou moeten worden. Met ons dieet beïnvloeden we het functioneren van het lichaam en in een flink aantal gevallen kunnen we kwalen met onze voeding min of meer effectief bestrijden. Daar mag eigenlijk niet aan voorbij gegaan worden.

   Over het algemeen kan ik de schrijfster niet op omissies betrappen, maar bij de smeerwortel is er wel een voor mij storende fout geslopen. De smeerwortel is een lid van de familie van ruwharigen, waartoe ook het komkommerkruid behoort – die overigens niet wordt beschreven – deze ruwharigen mogen sinds een aantal jaren niet meer verhandeld worden omdat ze pyrozolide alkaloïden bevatten. Mevrouw Loohuizen noemt de alkaloïden wel en ook dat je de smeerwortel niet in grote hoeveelheden mag nuttigen, maar vermeldt niet dat overmatig gebruik leverbeschadiging van onomkeerbare aard tot gevolg kan hebben. Dit risico wordt door de wetgever sterk overschat, ik vindt het verbod persoonlijk dan ook sterk overdreven. Maar wat pertinent niet waar is, is het verhaal dat het vee de smeerwortel zou mijden vanwege de zwak giftige werking. Bij het plukken zal duidelijk worden waarom het vee niet graag rauwe en verse smeerwortel eet. Trek daarom bij de oogst handschoenen aan, tenzij je ook eelt aan de bovenkant van je handen hebt zul je anders ervaren waarom deze familie “ruwharigen” wordt genoemd. Dan begrijp je de beesten beter waarom ze niet zo’n trek hebben in de smeerwortel.

   Ook het verhaal aangaande het Boerenwormkruid verdient naar mijn idee geen schoonheidsprijs, de Nederlandse naam geeft al aan dat het een grof ontwormingsmiddel betreft die in het voorjaar werd gebruikt in Tansies een soort cakejes die de in de winter opgedane wormen moest verdrijven. De dosering ligt vrij laag omdat hier thujonen die Loohuizen overigens wel noemt een vrij lage LD50 waarde heeft. (LD50 betekend dat het een dosering betreft waarbij 50 % van de innemers de uitvaartdienst mogen voorbereiden) Daar waag ik mijn gasten liever niet aan mede omdat het risico voor een allergische reactie vrij groot is.

   Deel III beschrijft 42 soorten paddenstoelen, inderdaad een smakelijke zaak in de meeste gevallen. Een aantal is bij mij thuis zeer geliefd. Let er bij de Oesterzwam wel op of u voor deze soort niet als ook bij sommige andere soorten niet intolerant bent. Dat kan uitlopen op een flinke buikloop. Een snufje kan dan al voldoende zijn om de avond verder in de kleinste kamer door te brengen. Een lijst met zeer giftige soorten is opgenomen.

   Zoals mevrouw Loohuizen regelmatig oppert is een goede determinatie van groot belang. De afbeeldingen in het boek van de giftige soorten is onvoldoende voor de leek om uitsluitsel te geven. Dus schaf op zijn minst de paddenstoelen waaier aan.

   Met Wild eten in de Keuken (Deel IV) wordt niet de stijl waarop bedoeld, maar de herkomst van de hoofdingrediënten.  Laat dat wel duidelijk zijn. Veel aandacht wordt besteed aan de herkomst van salades en dressings en de grondstoffen daarvoor. Ook het conserveren en bewaren komt aan bod.

   Een aanvullende tip van mezelf bij gedroogde paddenstoelen:  Na het drogen, wat goed is beschreven, even de drogerij in de magnetron stoppen, bij het drogen gaan een aantal insecten die verborgen zitten meestal niet dood. Ze kunnen dan ongemerkt nogal wat paddenstoelenvlees aan. Snel en milieuvriendelijk zijn deze parasieten binnen een halve minuut op 750 watt om zeep geholpen. Of de paddenstoelen dan nog als volledig vegetarisch zijn aan te merken is een tweede, de drogerij nadien een beetje uitkloppen verhelpt dat probleem afdoende denk ik.

Dan de recepten:

   Ik  ben onder de indruk geraakt van de diversiteit van de mogelijkheden die geschetst worden, voorspijzen van diverse aardigheden, soepen en lichte tot stevige hoofdgerechten die niet alleen de vegetariërs zullen aanspreken maar ook de fervente carnivoren en visliefhebbers.

   Brood en banket in soorten en maten, tafelzuren en andere inmaakgevallen, toespijzen en sauzen, confituren, chutneys en gefrituurde bloemen. Je kunt het bijna zo gek niet verzinnen. Dan natuurlijk nog een stuk over jam en gelei, waar ik een beetje de krentenboom bij mis, hoewel die vrij zeldzaam is in de Randstad, maar zeer algemeen in Twente, Achterhoek en Brabant. Mijn Canadese tante maakte een zeer smakelijke “saskatoon jelly” van de krentenbessen.

   Het onderdeel Siroop, wijn en andere dranken overleeft ook met gemak de culinaire toets en daar hoeft zeker niet badinerend over gedaan te worden als ware het komend vanuit de “geitenwollensokkenfoezel” traditie.

   Bij paardenbloem en ook de cichorei mag je het cholesterol verhogende effect van sommige recepten gerust vergeten, die bevatten namelijk zoveel plantensterolen die het dierlijke cholesterol verdringen, dat we daar niet meer ongerust over hoeven zijn. (Een in het boek vergeten aspect). Recepten te over.

   Heel even wordt een aantal pagina’s gewijd aan uitwendig gebruik van wildpluk zoals cosmetica, wondzalf en dergelijke aardigheden, maar ik ken boeken die alleen over die onderwerpen gaan en zijn te beschouwen als toetje op het geheel besloten met wat flierefluiten.

   Je kan over het onderwerp eten nooit uitgeschreven raken en ik denk zeker dat er nog wel meer wildpluk aan toegevoegd zou kunnen worden. Maar je mag van een dergelijke uitgave ook niet verwachten dat ze geheel volledig is. Je zou je kunnen afvragen of volledigheid wel kan, ik denk van niet. Maar het is zeker een goede poging in de richting van een kennismaking met de eetbare natuur. De plantaardigheden in de behandeling van de diverse planten maakt het boek al aardig op zichzelf.

   Het lijkt me zeker een aardig geschenk in deze tijd van het jaar, het zal zeker in de smaak vallen van hen die net iets meer durven dan paardenbloemen in de winkel kopen.

P.Munnik

Breda, november 2009.

Plantaardigheden.nu - Vragen en antwoorden en discussie

Meer informatie

 

^Naar het begin van deze pagina

Recensies van boeken over toepassingen van planten
 
Hobby
Omgeving
Plant

Toepassing

 
Woordenboek Nederlandsche Taal
Plantago PlantIndex
Letter: druk op CTRL, draai ook aan muiswiel