|
|||||||||||
|
|||||||||||
Oude kruidenboeken online: inhoudsopgave, tijdlijn en auteurs | Volgende pagina
Griekenland en Rome
Hippocrates en Theophrastus (eind 5e eeuw tot begin 3e eeuw v. Chr.)Met de opkomst van Griekenland kwam ook de geneeskunde tot nieuwe bloei. De bekendste Griekse arts was wel Hippocrates van Kos (460-377 v. Chr.). Hij wilde voorgoed een eind maken aan de magie in de geneeskunde. Van hem kennen we nog het Corpus Hippocraticum. Dit is een meerdelig werk over de verschillende richtingen van de toenmalige wetenschap. In 1526 werd zijn Medicorum omnium gedrukt. Na hem kwam Theophrastus (372-287). Hij schreef onder meer De historia plantarum, een groot werk over 500 planten, dat helaas verloren is gegaan. Theophrastus verdeelde, evenals zijn leermeester Aristoteles, het plantenrijk in drie groepen: bomen, struiken en kruiden, een indeling die gangbaar zou blijven tot aan de Renaissance. Theophrastus schreef voor het eerst over de ontkieming, het uitlopen, de bloesem, de bouw- en leefwijze en over de werking van het sap. Hij wordt als de grondlegger van de plantkunde beschouwd. Weblinks
Celsus: De medicina (begin 1e eeuw na Chr.)Het duurde een poos voordat er weer iemand kwam die hem zou kunnen evenaren: Celsus (30 v. Chr. - 45 na Chr.). Zijn De re medica is een samenvatting van de Griekse en Alexandrijnse scholen. Celsus was tevens de eerste Romein die bekendheid verwierf op botanisch gebied. In 1478 verscheen in Florence zijn De medicina libri octo . Dit werk werd veertigmaal herdrukt. Uit de titel blijkt dat Aulus Cornelius Celsus meerdere delen schreef. Van zijn wetenschappelijke encyclopedie is echter maar één deel bewaard gebleven. Weblinks
Na Celsus kwam de bloeitijd op medisch gebied van het Romeinse Rijk. De drie bekendste, belangrijkste Romeinen waren Plinius, Dioscorides (van Griekse afkomst) en Galenus. Plinius Maior: Naturalis historia (77 na Chr.)Gaius Plinius Secundus Maior, meestal kortweg Plinius (de Oudere) genoemd, werd in het jaar 23 geboren en stierf als admiraal in 79, toen hij in de baai van Napels voor anker lag en de Vesuvius tot uitbarsting kwam. In 77 wordt zijn encyclopedisch werk in 37 delen, Naturalis historia , gepubliceerd. Hierin behandelt hij alle toen bekende natuurwetenschappen. In 1525 werd een boek gedrukt met de titel Historia mundi , waarin vele van zijn gegevens voorkomen, verlucht met prenten van Hans Holbein. Weblinks
Dioscorides: De materia medica (1e eeuw na Chr.)Ongeveer in dezelfde tijd als Plinius leefde ook de Griekse kruidkundige Pedanios Dioscorides, die onder meer arts van keizer Nero was. Dioscorides trok met de Romeinse legers mee, waardoor hij in de gelegenheid was vele kruiden te verzamelen. Zijn opgedane kennis legde hij vast in een omvangrijk boek, bestaande uit vijf delen, waarin hij naast andere zaken 600 planten beschreef qua uiterlijk en medisch gebruik. Het verscheen in het klassiek Grieks onder de titel Peri Hulè Iatrikès, maar wordt tegenwoordig altijd aangeduid met de Latijnse titel: De materia medica libri quinque. Dit werk bleef de standaard op het gebied van de kruidengeneeskunde tot in de 16e eeuw! Uit 512 stamt een handschrift dat een kopie is van de oorspronkelijke tekst. Het werd door Anicia Juliana gekopieerd. Dit handschrift bevindt zich nu in Wenen onder de naam Codex Aniciae Julianae of Codex Vindobonensis. Soms wordt het wel eens Codex Constantinopolitanus genoemd, want het werd in 1562 in Constantinopel gesignaleerd. Dit werk is geïllustreerd met meer dan 350 tekeningen, die het werk zeer belangrijk maakten uit het oogpunt van Byzantijnse miniatuurkunst. Haar beschrijvingen van Dioscorides' kruiden zijn zo slecht, dat men nu nog niet weet, welke planten ermee bedoeld zijn. Weblinks
Galenus (2e eeuw)Het duurde meer dan een eeuw voordat Claudius Galenus van Pergamon (130-200) ten tonele verscheen. Hij was ook arts, maar dan voor de Romeinse gladiatoren. Op 34-jarige leeftijd werd hij stadsarts van Rome. Hij beheerde een apotheek waarin hij meer dan 300 plantaardige en 100 dierlijke stoffen bewaarde. Galenus schreef zeer veel boeken, waaronder 80 medische werken. Hij deed proeven op dieren en trok daaruit soms verkeerde conclusies. Zonder dat te beseffen schreef hij zijn bevindingen op. Galenus sloot zich aan bij de leer van de vier lichaamssappen van Hippocrates. Dit houdt in, dat een ziekte dan pas kan ontstaan indien er een storing is tussen de levenssappen: bloed, gele gal, zwarte gal en slijm. Die opvatting, humorale pathologie genoemd, heeft stand kunnen houden tot het eind van de 18e eeuw. Galenus schreef rond 180 zijn bekende boek De simplicibus, waarin hij 540 plantaardige, 180 dierlijke en 100 minerale geneesmiddelen beschreef. Galenus' kennis werd lange tijd als onfeilbaar beschouwd. De zogenaamde 'Galenische preparaten', afkomstig van plantaardige en dierlijke grondstoffen ('simplicia'), zijn naar hem genoemd. Weblinks
|