|
|||||
|
|||||
Oliehoudende plantenPlanten vormen olie om verschillende redenen. Sommige oliën bevatten afweerstoffen, andere zijn als koelmiddel gemaakt. In zaden en vruchten zit olie als reservevoedsel voor de kiemplant. Olieopslag kan op verschillende plaatsen in de plant. Zeker bij geurende olie ligt de opslag vaak net onder de waslaag van het blad. Het nut hiervan is dat de olie (met de geur) al vrijkomt als de waslaag wordt aangeraakt, nog voordat het blad zelf is beschadigd. De afweer werkt dan heel snel. Ook wordt olie wel opgeslagen in kliercellen en klierharen, waar het ook gemaakt wordt. Op je gezichtBelangrijke leveranciers van cosmetische olie (huid- en massageolie) zijn de amandel (Prunus dulcis) en de aloë (Aloe vera) (zie het artikel Basisoliën op deze site). Amandelolie is een van de meest gebruikte hoogwaardige cosmetische oliën. Op broodVroeger smeerde men roomboter op brood. Dat gebeurt nog wel, maar steeds vaker is margarine of een dieetboter hiervoor het alternatief. De plantaardige olie die hiervoor wordt gebruikt, komt van een groot aantal planten. Chemische bewerkingen maken het mogelijk om allerlei olie in elkaar om te zetten, reuk- en smaakloos te maken en aan te passen aan de gewenste eigenschappen van het eindproduct. Belangrijke olieplanten zijn zonnebloem, oliepalm, soja, raapzaad, koolzaad, grondnoot of pinda en saffloer. Saffloer (Carthamus tinctorius) is een oud gewas, al omstreeks 4000 v. Chr. gekweekt in Egypte. Oorspronkelijk werd het vooral geteeld voor de kleurstof, een diep roodgeel pigment uit de bloemen. De olie die uit de zaden wordt gewonnen, was veelal voor verf, vernis e.d., maar blijkt ook een waardevolle bron van linolzuur te zijn. Dit is een vetzuur dat erg belangrijk is in de voeding, omdat de mens het niet zelf kan aanmaken. Het wordt veel toegevoegd aan margarines en sladressings. Het zwaartepunt van de cultuur ligt tegenwoordig in Mexico en India. ZonnebloemDe zonnebloem (Helianthus annuus) komt in een aantal variëteiten voor. Voor zonnebloemolie is de variëteit met zwarte zaden belangrijk. Deze zaden bevatten circa 40% olie, die goed in makkelijk smeerbare margarine en halvarine kan worden verwerkt. Ook bakolie en sladressings bevatten vaak zonnebloemolie. Hoewel de plant oorspronkelijk uit Noord-Amerika komt, zijn tegenwoordig grote gebieden in Rusland met zonnebloemcultures de belangrijkste leveranciers van olie. Gestreept zonnebloemzaad wordt meestal direct gegeten. Vlas – lijnolieVlas (Linum usitatissimum) kennen we van linnen. Vlas is ook de bron van lijnolie (lijnzaadolie). Deze olie zit soms in lippenstift. Verder helpt het bij het verven van textiel. Veel vernissen en verfproducten bevatten lijnolie. De olie in verf (voor kunstschilders) dient om de kleurpigmenten op het doek vast te houden. De Vlaamse schildersfamilie Van Eyck heeft het gebruik van lijnolie in verf geperfectioneerd. Op zich is dat niet zo raar, in hun tijd (vijftiende eeuw) was Vlaanderen het centrum van de linnenproductie. Een zeer bekend product, hoewel met een ouderwets imago, heeft zijn naam te danken aan linnen: linum-oleum ofwel linoleum. Het is de directe vertaling van linnen-olie, het basismateriaal. De olie werd ingedikt met zuurstof en gemengd met gemalen kurk of hout en andere vulstoffen. Dat mengsel werd op jute geperst en de vloerbedekking was klaar. PindaPinda, olienootje, apenootje, grondnoot, het zijn allemaal namen waaronder we deze nootjes kennen. Het zijn de olierijke zaden van Arachis hypogaea, een plant uit de Vlinderbloemenfamilie, de familie van (o.a.) de boontjes. Dat is ook aan pinda’s in de dop wel te zien: het zijn net houtige sperziebonen. De pinda komt oorspronkelijk uit Bolivia. De nootjes hebben een zeer hoge voedingswaarde (sommige soorten pinda’s bevatten 55% vet, meer dan enige andere noot). De pindacultuur heeft zich over de gehele tropische en subtropische wereld verspreid. De grootste producenten zijn nu India, China en de Verenigde Staten. De naam grondnoot komt van de eigenschap van deze plant om zijn zaden onder de grond te stoppen. Als de bloem is bestoven, richt de peul zich naar de grond. De bloemstengel duwt de peul de grond in. Pas als het vruchtbeginsel 5-10 cm onder de grond zit, gaan de peul en de zaden daarin verder groeien. Van de totale wereldproductie wordt ongeveer tweederde gebruikt om de hoogwaardige arachide- of grondnotenolie te maken. Deze olie wordt in cosmetica toegepast om de smeerbaarheid (viscositeit) van lotions en crèmes te regelen. Daarnaast hoort grondnotenolie tot de belangrijkste oliesoorten voor margarine en halvarine SojaDe sojaboon (Glycine max) komt uit Mantsjoerije (Noordoost-China). Het is een peulvrucht met een lange gebruikstraditie. Soja is het belangrijkste eiwitleverende gewas ter wereld. Er is sojasaus (gegiste bonen), tofu (van sojamelk), taugé (kiemplantjes) en sojamelk (in samenstelling vergelijkbaar met koemelk). Sojabonen bevatten relatief weinig olie (18%, tegenover 35% in bijvoorbeeld katoenzaad). Sojaolie is onder andere terug te vinden in margarine. Sommige haarconditioners bevatten proteïne (eiwit) uit soja. De lage prijs van sojaolie maakt het een geliefde grondstof voor onder andere cosmetica. Raffinage van sojaolie levert ook lecithine. Deze stof werkt als vochtregulator en emulgator. Het stabiliseert schuim en zorgt ervoor dat andere plantaardige olie in de cosmetica niet ranzig wordt. De laatste trend is om lecithine om te zetten in kleine vettige bolletjes ‘liposomen’, die naar men beweert de huid jong houden. In deze liposomen zitten dan de andere actieve stoffen die door het vet beter in de huid komen. Als laatste nog iets over de medicinale toepassing van soja. Uit de olie kunnen bepaalde stoffen worden gewonnen, die men steroïden noemt: stigmasterol, toegepast tegen stijfheid, en sitosterol, een middel tegen kanker. (Het sitosterol uit de viltige basterdwederik of kleinbloemig wilgenroosje, Epilobium parviflorum, is van betekenis geworden bij de behandeling van prostaatvergroting en prostaatkanker.) Wonderolie – ricinus – raceolieRicinus zal de meesten niet zoveel zeggen. Wonderboom misschien iets meer; wonderolie (of kasterolie) is bij velen bekend. De wonderboom (Ricinus communis) is inderdaad de leverancier van wonderolie, een van de meest bekende laxeermiddelen. Wonderolie voldoet als laxeermiddel prima. Het is mogelijk al zesduizend jaar in gebruik. Zaden van de wonderboom zijn in Egyptische mummies aangetroffen. Wonderolie zit ook in cosmetica. Het is relatief goedkoop en heeft enkele aardige eigenschappen. Het zit vrij veel in lippenstift. Het smaakt redelijk, kan goed met kleurstoffen worden gemengd en het oxideert niet makkelijk. De laxerende werking is onbeduidend in de hoeveelheden die in lippenstift zitten. Wonderolie kan met reden ook ‘raceolie’ worden genoemd. Meestal smeren we motoren met minerale olie (aardolieproducten), maar die hebben als nadeel dat ze bij hoge temperaturen uit elkaar vallen. Straalmotoren en motoren in raceauto’s ontwikkelen te hoge temperaturen voor normale smeerolie. Uit onderzoek is gebleken dat wonderolie (en kokosolie) goede grondstoffen zijn voor smeermiddelen die bij hoge temperatuur blijven werken. Zonder wonderolie geen Concorde! (Bron: “De Thematuin”, uitgave van de Botanische Tuinen Universiteit Utrecht) R.van der Hoeden |