Beginpagina van Plantaardigheden.nl

 

 

Actuele toepassingen van planten

Plantaardigheden.nl
Artikelen over planten
Sitemap

Leesmaar.nl
Dodoens en meer bijzondere boeken

Leeswerk.nl
Artsenijgewassen
Flora Batava

Krachtigeplanten.nl
A modern herbal: 100 medicinale planten
Massachusetts Institute of Technology

Diverse artikelen

Bijenhotels voor het helpen van solitaire bijen én drachtplanten

Solitaire bijen

Gewone huislook (Sempervivum tectorum)

  1. Gewone huislook als nestplaats voor de grote bladsnijder
  2. De naamgeving
  3. Daktuinen als nieuwe drachtmogelijkheid
  4. Toegepast bij bijensteken en nog veel meer

Solitaire bijen hebben het moeilijk

  1. Gebrek aan voedsel (Nectar en Stuifmeel afkomstig van planten)
  2. Gebrek aan nestgelegenheid en bouwmateriaal
  3. Veranderend microklimaat
  4. Concurrentie

Zelf een bijenhotel maken

  1. Materiaal
  2. Werkwijze
  3. Ophangen
  4. Waarnemen van solitaire bijen aan de bijenhotels
  5. Te verwachten solitaire bijensoorten

Drachtplanten voor solitaire bijen en hun toepassingen voor de mens

Lysimachia

Heggenrank

Braam

Wilg

Ogentroost

Dopheidesoorten

Struikheide

Boerenwormkruid

Slangekruid

Brem

Kogeldistel

Wouw

Bieslook

Groot en klein kaasjeskruid

Stalkaars

Ezelsoor

Witte en gevlekte dovenetel

Hartgespan

   Vanmiddag 8 juli 2002 nam ik een kijkje achter onze woning waar enkele zelfgemaakte nestblokken hangen voor solitaire bijen. Tronkenbijen en klokjesbijen vlogen ijverig in en uit met aan hun buik een pakketje stuifmeel voor hun toekomstige kroost, verzamelt op drachtplanten uit de omgeving. Wat zijn solitaire bijen en drachtplanten eigenlijk? Waarom worden beiden in hun voortbestaan bedreigd? Hoe kunnen we de bestuiving van drachtplanten een handje helpen?

   Een goede bestuiving leidt vaak tot meer kiemkrachtig zaad en een betere vruchtzetting. Dit is niet alleen belangrijk voor de voortplanting maar ook voor het behoud van een voldoende variatie aan planten. Door meer variatie kunnen planten zich vaak beter aanpassen aan de steeds meer veranderende levensomstandigheden waardoor uitsterven kan worden voorkomen. Noodzakelijk? Ja volgens mij wel, een kwestie van lange termijn denken. Niet alleen zaad en vruchtenetende dieren profiteren van een gevarieerde groene leefomgeving maar ook mensen zijn gebaat. Planten zijn immers onze groene longen en bieden een onuitputtelijke bron van toepassingsmogelijkheden.

1. Solitaire bijen

   Naast de groep van sociale bijen, waartoe o.a. de honingbij en een aantal hommelsoorten behoren , en de groep van de parasitaire bijen kennen we in ons land nog een andere groep met meer dan 200 bijensoorten. Het betreft de wilde solitair levende bijen. Ze kunnen variëren 3 mm tot 2,5 cm in lengte. Solitaire bijen zijn geen verwilderde honingbijen die de weg naar huis zijn kwijtgeraakt maar bijensoorten waarbij het vrouwtje alles alléén doet. Dat wil zeggen zij zoekt en maakt een nestje, legt eitjes en verzamelt nectar en/of stuifmeel op bloemen voor haarzelf en haar toekomstige kroost. Ze houden er dus een geheel andere levenswijze op na dan sociale bijensoorten als hommels en honingbijen gewend zijn waarbij er een taakverdeling is tussen koningin, werksters en darren. De scheiding tussen solitaire en sociale bijen is echter niet absoluut. Er bestaan ook soorten zoals sommige groefbijen die wat hun leefwijze betreft het midden houden tussen een sociale en een solitaire leefwijze. De planten waarop bijen hun voedsel halen in de vorm van stuifmeel en nectar worden drachtplanten genoemd. Het lichaam is hiertoe speciaal ingericht. Om de nectar op te zuigen beschikken zij over een speciale zuiginrichting welke qua lengte per soort sterk kan variëren. Daarom is de nectar van de ene plant voor de ene bijensoort wel en de andere niet te bereiken. Voor het vervoer van stuifmeel beschikken zij over speciale verzamelinrichtingen. Zo nemen sommige soorten, zoals maskerbijen en houtbijen het stuifmeel op met hun tong om het vervolgens in hun krop te vervoeren. Er zijn bijensoorten die het stuifmeel vervoeren in een speciale buikschuier van haren, de zogenaamde buikverzamelaars zoals wol, metsel en behangersbijen. Tot slot zijn er die hiervoor zijn uitgerust met een speciale verzamelbeharing aan hun poten, de zogenaamde pootverzamelaars zoals zand, groef en zijdebijen. Niet alleen zit er verschil in de manier waarop stuifmeel wordt verzameld, ook de nestplaats verschilt per bijensoort. Nestjes kunnen gemaakt worden in o.a zand, leem en klei, in kruimelige voegen van oude muren, oud hout, verlaten slakkenhuisjes, gallen, in plantenstengels als braam, bamboe en riet, in kevergangen en in boorgaten. Elk nestje bestaat veelal uit een aantal achter elkaar gelegen babykamers gescheiden door ronde deurtjes van zand, hars, leem of plantaardig materiaal. Deze nestjes liggen soms met velen naast elkaar. Een enkel keer worden de wanden van de babykamers met witte zijde behangen. Nou ja zijde,? Het is gewoon het speeksel van het zijdebijtje. Maar een groen behang vinden sommige solitaire bijen ook zo gek nog niet zo is mijn ervaring…

2. Gewone huislook (Sempervivum tectorum)

   De apentrotse bezitter van de bijenkolonie Toon van Herpt uit Hooge Mierde bij het bijenest onder een plakkaat gewoon huislook. Foto M. Verspaandonk

2.1. Gewone huislook als nestplaats voor de grote bladsnijder

   In 2001 werd ik op een zonnige warme dag in juli gebeld met de vraag een zwerm honingbijen te komen scheppen. Toen ik aankwam wist ik niet wat ik zag. Zwermachtig vlogen de bijen me om het hoofd. Er lag een plakkaat gewoon huislook, ook wel donderblad genoemd ter grootte van een halve meter doorsnede op het dak van een schuurtje. De tien cm dikke humuslaag eronder bleek de woning geworden te zijn van een kolonie van de grote bladsnijder (Mechagile willughbiella), een solitaire bijensoort behorend tot de behangersbijen. Voor mij was deze nestplaats voor deze soort uniek niet in het zand of in het hout maar in de humuslaag van een dakplant. Aan de zuidzijde werd door twee vlieggaten druk in en uit gevlogen en een aantal leken wel zo groot als een hommel. Dat kwam omdat zij tijdens hun vlucht een opgerold groen blaadje - zoals later bleek geknipt uit een klimroos op enkele meters afstand van het nest - aan hun pootjes meedroegen. Anderen droegen ronde bladuitsnijdingen. De bijen die naar buiten kwamen hadden humus in hun pootjes. Met een keukentrapje ben ik erbij geklommen om een en ander met verbazing gade te slaan en ontdekte aan de zuidoostzijde maar nu tussen de bladrozetten nog een vlieggat. Hier was echter het vliegverkeer wat minder. De bijen die hier het nest invlogen droegen grote ladingen lichtgeel stuifmeel en torsten die mee in de speciale verzamelharen aan hun buik. De bijen hadden totaal drie ingangen en die werden gezamenlijk (!) gebruikt. Dat was volgens dhr M.J.Peeters (solitaire bijen deskundige) uit Tilburg, die ik hierna hierover inlichtte, een niet zo vaak voorkomende waarneming. Hij schreef mij dat de nestbouw van dit insect in de praktijk vaak onder invloed van plaatselijke omstandigheden veel meer plastisch is dan men denkt en dat het gezamenlijk gebruik van nestingangen vrij uniek is voor ons land. Aan de zuidkant vlogen de bijen eerst door een zelf gegraven voorportaal voordat zij gezamenlijk met een frequentie van ongeveer 10 bijen per minuut een van de twee daarin gelegen nesttunnels ingingen. Later ben ik nog eens teruggaan en heb drie van de vele inmiddels bruin geworden kraamkamers uitgepeuterd en ze op de gevoelige plaat vastgelegd. Toen ik de nestjes uit elkaar haalde bleek elk nestje te bestaan uit een achtwandig dik behang van identieke ovale stukjes rozenblad van 2x1 cm opgerold tot een soort sigaartje met aan het begin en eind twee dubbelwandige deurtjes van identieke ronde stukjes rozenblad van 1 cm doorsnede.

Enkele door mij uitgepeuterde nestjes van de grote bladsnijder. Foto M. Verspaandonk

2.2. De naamgeving

   Sempervivum de geslachtsnaam waartoe het gewoon huislook wordt gerekend betekent zoveel als áltijd levend. De plant blijft 's winters groen en is in staat om onder heel moeilijke omstandigheden zoals felle zon en droogte te overleven. Dit komt omdat haar blad een hele dikke bladhuid heeft die bedekt is met een waslaagje en voorzien is van huidmondjes welke overdag kunnen worden gesloten. Zo wordt zo zuinig mogelijk omgegaan met water. Aan veel water heeft de plant overigens een hekel. Daarom vindt je deze plant in ons land vaak op zonnige warme goed afwaterende plaatsen zoals rotstuintjes, op oude daken en muren en tussen plaveisel. In de Alpen kan men haar aantreffen op zonnige rotsen en stenige hellingen. De tweede naam tectum betekent zoveel al tot het dak behorend. Vroeger groeide de gewone huislook algemeen op daken. Men bedeelde de plant, zoals bij zoveel andere planten in die tijd, magische krachten toe. Zij zou beschermen tegen schoorsteenbrand en tegen blikseminslag. De naam donderblad is hierom een veel gebruikte benaming voor gewoon huislook. Overigens bestaat er veel naamsverwarring onder de Sempervivum soorten. Dit komt omdat de soorten in staat zijn onderling te kruisen waardoor er veel hybriden ontstaan. Bezoek van bloemvaste honingbijen lijken mij hierom meer dan wenselijk.

Het voorportaal van het nest gelegen in de humuslaag van een plakkaat gewone huislook met achterin de twee invliegopeningen. Foto M. Verspaandonk

2.3. Daktuinen als nieuwe drachtmogelijkheid

   De plant zelf kan zo'n 10-15 cm hoog worden. Het is een trage groeier die via uitlopers naar buiten toe kan uitbreiden en zo een omvang kan bereiken van wel een halve meter doornsnede. Zo'n plakkaat bestaat dan uit vele bladrozetten van 5 tot 8 cm met elk vele kortgesteelde zijrozetjes. De grijsblauwe eironde bladeren hebben een bleke bladvoet en eindigen in een bruinrode punt. Soms, pas na jaren, komt de plant in bloei. In juli, augustus verschijnen vanuit het hart van de bladrozetten 20 tot 50 cm lange stengels met bloemtrossen. De stervormige roze 2 cm grote bloemen staan soms met zijn twintigen dicht bij elkaar. Voor honingbijen en wilde bijen in ieder geval een duidelijke uitnodiging voor een hapje. Na de bloei sterft de hoofdrozet af en laat voor het volgend jaar groenblijvende kleine rozetjes achter. Door de jaren heen kan zo een dikke humuslaag ontstaan zoals op de foto. De malse rozetje vormen soms weer een lekker vogelhapje. Af en toe laten vogels hierbij stukjes blad vallen en zo kan de plant weer nieuwe planten vormen. Evengoed als de vogel kan ook de mens deze plant makkelijk vermeerderen door hem in de lente los te trekken en uit te planten. Donderblad is te koop in een groot assortiment rassen. Ze stellen geen eisen aan de grond en kunnen zelfs bijna zonder grond overleven. Vele plakkaten donderblad bijelkaar aangeplant kunnen naast nestgelegenheid voor wilde bijen ook een voedselparadijs vormen voor allerlei bijen en vogels. Tegenwoordig ziet men steeds meer dat donderblad op gaasmatten wordt verkocht voor op schuine daken. In het bezoekerscentrum van de kleine aarde in Boxtel heb ik onlangs zo'n dak bewonderd. Het werd gepromoot als mooie maar vooral ook prima isolerende dakbedekking helemaal passend in deze tijd. Over het feit dat daktuinen in de toekomst een extra drachtmogelijkheid kunnen bieden voor onze bijen werd met geen woord gerept.

2.4. Toegepast bij bijensteken en nog veel meer

   Het blad is erg vlezig. Als u de buitenste huid afpelt voelt u het slijmerige sap binnenin wat het blad zo vlezig maakt. Dit sap is erg waardevol en kan gezondheidsondersteunend werken. Omdat het sap licht giftig is mag het alleen slecht uitwendig worden toegepast. Enkele gebruiksmogelijkheden wil ik graag noemen: op wratten en likdoorns, op door de zon verbrande huid, op brandneteluitslag, als gorgeldrank bij keelontsteking en - wat belangrijk is voor imkers - bij bijensteken! Het sap uit de bladeren werkt namelijk verkoelend en samentrekkend. Omdat het sap alleen in verse toestand werkzaam is zult u steeds het blad moeten vervangen door een vers blad.

3. Solitaire bijen hebben het moeilijk

   Terug naar de bijen waar we gebleven waren. In ons land hebben de solitaire bijen het soms moeilijk. Tientallen soorten zijn al uitgestorven en anderen worden met uitsterven bedreigd. Dit komt omdat de leefomstandigheden waarin deze bijen moeten leven steeds achteruit gaan. De oorzaken zijn heel divers. De belangrijkste wil ik graag noemen:

3.1. Gebrek aan voedsel (Nectar en Stuifmeel afkomstig van planten)
3.1.1. Minder stuifmeel en nectarproductie

   Het leefklimaat van plantenwortels holt steeds verder achteruit. Door o.a. ontwatering gaan planten steeds minder nectar produceren. Door achteruitgang van de gezondheid van planten en door manipulatie loopt in sommige gevallen de nectar en stuifmeelproductie achteruit.

3.1.2. Verdwijnen van drachtplanten

   Oude cultuurgewassen als rogge en boekweit met begeleidende onkruiden hebben plaatsgemaakt voor monoculturen van maïs. Maïs is te hoog om groei van wilde planten toe te laten.

   Houtwallen met een gevarieerde plantenbestand van vuilboom, wegedoorn, meidoorn, braam en wilde liguster, hebben plaats gemaakt voor prikkeldraad.

   Buitengebieden met natuurlijke vegetaties zijn omgevormd tot productiebossen met windbloeiers als beuk, berk, eik en naaldhout waarop voor solitaire bijensoorten weinig te halen valt.

   Ook door overbemesting en onkruidbestrijding zijn veel "onkruiden" uit onze graslanden verdwenen. Over zijn eindeloze velden met Engels raaigras.

   Door de steeds groeiende bevolking zijn bermen en bossen verdrongen door verharde wegen en bebouwing.

3.2. Gebrek aan nestgelegenheid en bouwmateriaal

   Solitaire bijen zijn heel erg gebonden aan specifieke nestplaatsen en nestmateriaal. Door o.a. betonwegen en bebouwing zijn vele nestelplaatsen voor o.a. zandbijen, welke graag tussen keien en in zandpaadjes nestelen, verdwenen. Oude muurtjes met losse voegen en lemen stijlwandjes boden vroeger nestgelegenheid aan vele soorten metselbijen en andere soorten. Door onze opruimdrift zijn ook vele nestplaatsen in stengels van planten verdwenen. Stengels als die van de vlinderstruik, braam, riet en bamboe, vlier, distel en van schermbloemigen. Rieten daken waarin vroeger vele soorten wilde bijen huisden hebben plaatsgemaakt voor dakpannen.

   Ook het materiaal waarmee de nesten worden bekleed of afgesloten is heel specifiek per bijensoort en niet alle materiaal is altijd plaatselijk voorhanden. Te denken valt bijv aan de dons van de ossentong, de slangewortel en de stalkaars of de (kroon) bladeren van bepaalde planten.

3.3. Veranderend microklimaat

   Vooral solitaire bijen zijn gevoelig voor klimaatsveranderingen. Ze hebben in de korte tijd dat ze actief zijn veel warmte en veelal een plekje nodig uit de wind. Door bijv het weghalen van windsingels kunnen ze sterk in aantal fluctueren.

3.4. Concurrentie?

   Er is tegenwoordig veel discussie gaande over de vraag of hier in ons land de door de mens gehouden honingbijen ,de solitaire bijen niet op hun dracht verdringen. Wereldwijd is hierover al veel onderzoek verricht. Omdat de honingbij alleen inheems is in Afrika en Europa zijn de onderzoeksresultaten afkomstig buiten deze continenten waar geheel andere leefomstandigheden heersen als hier in Nederland niet relevant. Tot nu toe ontbreekt elk wetenschappelijk bewijs hiervoor en volop onderzoek is nodig. De PPO Sector Bijen is begonnen aan een onderzoek met de bestuiving van braam en liguster.

4. Zelf een bijenhotel maken

   We kunnen solitaire bijen helpen door ze bijv nestgelegenheid aan te bieden. Een bijenhotel maken uit een houtblok is een van de vele mogelijkheden. Het is niet alleen leuk en leerzaam maar bovendien belangrijk. Belangrijk omdat solitaire bijen nodig zijn voor de bestuiving en dus bij het voortbestaan van vele gewassen en (wilde) planten.

4.1. Materiaal

   Enkele houtblokken, wat ophanghaakjes en een stukje dakleer. De houtblokken moeten onbeschilderd zijn en liefst al wat ouder. De voorkeur gaat uit naar hardhout wat niet bloedt zoals eik of kastanje. Beter geen zacht hout omdat dat te vezelig is. Bij vochtig weer kunnen hierdoor de vleugels worden beschadigd.

4.2. Werkwijze

   Boor gaten van verschillende diameter variërend van 2 tot 12 mm. Laat een zijde van de boorgaten dicht. Houd de diepte van een normale boorlengte aan en boor de gaten schots en scheef door elkaar. Zelf maakte ik de fout door ze allemaal op een rijtje te laten boren waardoor de bijen moeite krijgen bij de oriëntatie en eindeloos voor de vlieggaten vlogen alvorens naar binnen te gaan. De gaten mogen zowel horizontaal, diagonaal of zelfs verticaal worden geboord.

Bijenhotels in het arboretum van PPO Bijen. Foto: M. Verspaandonk

4.3. Ophangen

   De houtblokken kunnen al vanaf februari worden opgehangen op een droog en zonnig plekje. Bij voorkeur een beetje uit de wind. De ophanghoogte maakt niet zovele uit maar voor goede observaties is op kijkhoogte wel zo makkelijk. Zorg dat er binnen een straal van ongeveer 500 meter voldoende goede drachtplanten binnen bereik zijn.

   Kinderen zijn dol op solitaire bijen omdat ze zich makkelijk laten bekijken. Het is leuk om voor hen enkele glazen buisjes of doorzichtige limonaderietje in de boorgaten te steken. Het uitstekende gedeelte met zwarte tape afplakken i.v.m. naar binnen reflecterend licht. Ook solitaire wespen als de pottenbakkerswesp en allerlei belagers als sluipwespen, blauwroodgekleurde goudwespen laten zich ook mooi bekijken. Bijen bezitten altijd een angel maar de angel van de soorten die deze bijenhotels bevolken is niet sterk genoeg om onze huid te doorboren. Bovendien zullen ze deze vrijwel nooit gebruiken omdat een solitaire bij nog volk, noch voedselvoorraad te verdedigen hebben. Uitzondering is de steek van de houtbij die echter maar incidenteel in ons land wordt aangetroffen. Maar men zegt dat haar steek niet pijnlijk is. Overigens alleen vrouwelijke bijen kunnen steken.

   Noot: Vele houtbewoners gebruiken volgend jaar de boorgaten opnieuw na ze eerste te hebben schoongemaakt. Door het ophangen van bijenhotels wordt slechts een bescheiden deel van de in ons land voorkomende soorten bijen geholpen. Er zijn nog vele andere mogelijkheden om ook ándere solitaire soorten te helpen. Te denken valt aan steen met gaatjes, leemwandjes en kleiblokken met gaatjes, kistjes met lege slakkenhuisjes, zandhoopjes, bosjes samengebonden merghoudende takjes of een conservenblik gevuld met limonaderietjes enz.

4.4. Waarnemen van solitaire bijen aan de bijenhotels

   Als je goed kijkt kun je vrouwelijke bijen vooruit de nestgang in zien gaan om nectar op te geven. Anderen vliegen aan met modder of stukjes blad aan hun poten om hun nest te bekleden. Als je ze er achteruit in ziet gaan doen ze dat veelal om hun stuifmeelvracht te lossen of om een ei te leggen. Alle kamertjes worden met een tussenwandje afgesloten. Als laatste sluit ze de voorkant van de nestholte af. Dan is haar taak volbracht en sterft ze zonder zich om haar nageslacht te bekommeren. Uit de eitjes komen larfjes die de aangelegde voedselvoorraad opeten en zich hierna verpoppen. Uit de poppen worden jonge bijen geboren. De meeste solitaire bijensoorten overbruggen de hele winter als pop. De voorste kamertjes komen het eerst uit en zijn vrijwel altijd mannetjes die al spoedig na enkele weken gevolgd worden door de uitkomende vrouwtjes uit de achterste kamertjes. Dan gaan de mannetjes paren en sterven ze. De vrouwtje zoeken een nieuwe nestholte en de hele cyclus begint van voor af aan. Soms zijn de voorste kamertjes leeg. Als parasitaire wespen als sluipwespen hun legboor door de afsluiting boren om een ei te leggen bij hun gastheer komen ze bedrogen uit. Ik noem ze altijd fopnestjes. Ook ben ikzelf ook wel eens gefopt toen ik een wespenkoningin in een van de boorgaten aantrof in een diepe winterslaap.

4.5. Te verwachten solitaire bijensoorten

   Tot nu toe aangetroffen solitaire bijensoorten in houtblokken. (locatie Hooge Mierde)

Naam Verzamel-inrichting voor stuifmeel Nestingang doorsnede (mm) Materiaal nestafsluiting
Metselbijen Buikschuier 5-7  
Rosse metselbij (Osmia rufa)     vochtig zand
Blauwe metselbij (O. caerulescens)     Fijngemaakte plantenstukjes
       
Behangersbijen Buikschuier 5-6  
Tuinbladsnijder (Megachile centuncularis)     Stukjes (kroon) blaadjes
Gewone behangersbij (M. versicolor)     Stukjes blad
Maskerbijen: Behaarde tong Krop (nectar en stuifmeel) 2-4  
Gewone maskerbij (Hylaeus communis)     Glasachtige kliersecretie
Tuinmaskerbij (H. hyalinatus)     Glasachtige kliersecretie
Klokjesbijen: Buikschuier 3- 6  
Grote klokjesbij (Ch.Campanularium)     Zand met steentjes
Tronkenbijen Buikschuier 2-5  
Tronkenbij (Heriades truncorum)     Hars met steentjes/blad/houtstukjes
Wolbijen Buikschuier 12  
Grote wolbij (Anthidium manicatum)     Donsachtige beharing van bepaalde planten

Behangersbij met estbekleedsel voor bijenhotel. Foto: Kees van Limpt

5. Drachtplanten voor solitaire bijen en hun toepassingen voor de mens

   Naast nestgelegenheid kun je ook zorgen dat de voedselvoorziening voor deze bijen verbetert.

   Hieronder vind je een greep uit een aantal planten waarop solitaire bijen hun voedsel kunnen vinden. We noemen ze drachtplanten, planten die bijen nectar en/of stuifmeel en soms ook olie bieden in ruil voor bestuiving. Nectar en stuifmeel zijn de noodzakelijke voedingsstoffen voor de bijenlarven. Sommige solitaire bijensoorten verzamelen slechts op één plantensoort. Het zijn de monolectische soorten zoals het heggerankbijtje. Andere verzamelen op enkele verwante plantensoorten en worden tot de oligolectische soorten gerekend en dan zijn er nog de polylectische soorten die op heel veel verschillende soorten voedsel verzamelen. Buiten hun toepassing als drachtplanten bieden deze planten ook nog tal van andere mogelijkheden zoals bijv op culinair, medisch en cosmetisch of praktisch gebied.

Lysimachia

   Slobkousbijtjes verzamelen voor hun larven naast stuifmeel ook olie; voksgeneeskunde: de gedroogde gehele plant incl. wortel in combinatie met kleinhoefblad tegen hoest.

Heggenrank

   Heggenrankbij en enkele soorten groefbijen; homeopathicum "Brionica" bereid uit de wortelstok word voorgeschreven bij jicht en reuma.

Braam

   Zijdebijen, zandbijen, metselbijen, groefbijen; bruine verfstof uit jonge scheuten; ontbijtthee met honing van het jonge blad en scheuten; thee(mengsels) en tinctuur uit blad voor medisch gebruik bij diaree; vruchten in jam en siroop, gespleten takken voor allerlei vlechtwerk o.a bijenkorven; drachtplant honingbijen (rijkelijk honing.) Veel nectar en stuifmeelproductie in zon.

Wilg

   (Mannelijke wilgen bieden tevens stuifmeel) vele soorten als zandbijen, metselbijen en zijdebijen belangrijk in het vroege voorjaar; vlechtteen voor manden, afscheidingen; vroeger bijenkorven , schoopstelen, houten klompen; voorjaarsdrachtplant voor sociale bijensoorten; wilgenhoning,

Ogentroost

   De ogentroostbij (een dikpootbij); gedroogde hele plant zonder wortels "Herba euphrasiae" uitwendig en inwendig gebruikt in thee of als kompres bij diverse oogkwalen soms in commbinatie met kamille. "Euphrasia officinalis"

Dopheidesoorten

   Ericabij (een behangersbij); hommels; bij bepaalde weersomstandiheden ook honingbijen; bloemenhoning,

Struikheide

   De heidezandbij en de heidezijdebij; groene verfstof uit takjes; heidehoning (loopt niet is geleiachtig); vroeger veel toegepast, bezems, borstels enz.

Boerenwormkruid

   De duinzijdebij en de wormkruidbij; oranjegele verfstof uit bloeitop; gedroogde bloemen en blad tegen het verdrijven van motten, tapijtkevers en mieren. (Op de dekplank van de bijenkast gelegd verjaagd mieren.); Vroeger tegen wormen en maden.

Slangekruid

   Echiumbij (een metselbij) en de andoornbij, de bladdons wordt verzameld door de grote wolbij; hommeldrachtplant.

Brem

   Behangersbijen ( de meeste soorten), Andrena ovatula (zandbij) op bezembrem en stekelbrem, klaverdikpootbij, grote wolbij; verfbrem levert gele kleurstof; drachtplant voor sociale bijen, nectar en veel stuifmeel.

Kogeldistel

Behangersbijen, metselbijen; (droog)boeketten; hiernaast prima observatieplkant en drachtplant voor allerlei bestuivende sociale insecten.

Wouw

   Maskerbijen; Zeer oude verfplant (geel); oud geneeskruid;

Bieslook

   Maskerbijen waaronder de lookmaskerbij; blad als keukenkruid, eetlustopwekkend en stoelgang bevorderd; ook als kuipplant op het balkon.

Groot en klein kaasjeskruid

   Slijmoplossend kruid, thee van het verse voorjaarsblad bij ontstekingen van mondholte, keelholte en strottenhoofd gepaards gaande met heesheid.

Stalkaars

   Wolbijen verzamelen ook plantendons; stalkaarsbloesemthee bij prikkelhoest en vastzittende slijm op de bronchiën, stuifmeel voor hommels en honingbijen.

Ezelsoor

   Wolbijen verzamelen nectar, stuifmeel en plantendons; hommeldrachtplant.

Witte en gevlekte dovenetel

   De gewone sachembij (op hommel lijkende pootverzamelaar nestelt in oude muren met kalkspecie en leemwandjes en kan door lange behaarde tong bij de diepgelegen nectar (honingbijen en korttongige hommels verzamelen slechts enkel stuifmeel); verse of gedroogde bloemen (zonder kelk) van de witte dovenetel inwendig als thee tegen droog eczeem, acne en onrust, uitwendig in de vorm van baden tegen allerlei vrouwenkwalen; homeopathisch middel tegen blaas en nierproblemen; Vers blad bij bijensteken en brandneteluitslag; rauw in salades of gekookt als groente.

Hartgespan

   Grote wolbij, bloeiend kruid voor tinctuur of gedroogd bij angst, hartkloppingen en onrust, levert naast stuifmeel veel nectar voor hommels en honingbijen.

Noot

   Uiteraard vinden op enkele van deze planten ook sociale en parasitair levende bijensoorten hun voedsel. In ons zijn 94 parasitaire soorten bekend. De parasitaire soorten spelen echter slechts een bescheiden rol bij de bestuiving waar we in dit kader over praten. Ze verzamelen geen voedsel voor hun larven maar laten dat aan andere bijen over . Daarom zijn ze maar spaarzaam behaard en ontbreekt het hen aan een speciale verzamelinrichting voor het verzamelen en vervoeren van stuifmeel. Zij bevliegen de bloemen veel minder intensief dan hun vrouwelijke niet parasiterende soortgenoten omdat zij alleen maar gaan om te voorzien in hun eigen nectarbehoefte. Ook solitaire wespensoorten kun je bij de bijenhotels verwachten. Omdat zij hun babykamers provianderen met dierlijk in plaats van plantaardig materiaal is ook hun aandeel in de bestuiving bij de meeste plantensoorten over het algemeen beperkt. Zij missen belangrijke aanpassingen voor bloembezoek als een speciale zuigsnuit,beharing en stuifmeelinrichting, bevorderend voor een goede bestuiving.

   Door voldoende passende nestgelegenheid op de juiste plekjes en een gevarieerd aanbod van drachtplanten verdeeld over de vliegseizoenen in de directe omgeving van het nest helpen we niet alleen de solitaire bijen in hun strijd om het bestaan maar kunnen we ook de bestuiving - en daarmee ook de voortplanting van vele (wilde) planten, waaronder ook zeldzame soorten - op termijn veilig stellen.

Bronnen

   Tip: De KNNV beschikt over aantal overzichtelijk boekjes geschreven om de bijen in ons land op naam te brengen en beter te leren kennen. Ze komen uit in de serie wetenschapplijke mededingen en de schrijver is Pater Bennoo. Samen met een goede insectenloupe een aanrader voor iedere beginneling die geboeid is door bijen en planten.

   Voor wie zich wat dieper wil verdiepen is er de "voorlopige atlas van de Nederlandse bijen" 1999 van Theo M.J. Peeters", Ivo Raemakers en Jan Smit uitgegeven dor EIS-Nederland en de gids van bijen, van H.Bellmann, Tirion.

   Andere bronnen:

Verfplanten - Rob van der Hoeden.

Bijen dec 2001: "gewone huislook" – Marion Verspaandonk

Alles over kruiden – Jekka McVICAR, Schuyt & Co

IVN-flora – J. Weeda

Gezonder leven met geneeskrachtige kruiden – B. en P. Theiss, Schuyt en Co

Kruiden, signatuur en eigenschappen – Yvonne Maeseen

Handboek Geneeskrachtige kruiden – M Pahlow

En eigen waarnemingen

M.Verspaandonk-Schijvens

^Naar het begin van deze pagina

Diverse artikelen
Begin
Over planten
 

Geelwortel

  De Meloen (Pompoen) – Cucurbita pepo L.
 

Kneuzingen, zwellingen en sportblessures

  Boom opzetten over Naaldhout
  Jacobskruiskruid, vragen, vragen en nog meer vragen
  Alternatieve landbouwgewassen
  Fluite(n)kruid
  Flierefluiten met een vlierfluit
  Silphium, het verdwenen kruid
  Winterlinde (Tilia cordata Mill)
  Mangosteen (Garcinia mangostana Linn)
  Medicijn en drogerij in den Bijbel - met registers met plantenlijst
  De planten voor de Karel de Grote-tuinen (Capitulare de villis)
  Sint-Antoniusraapje (Ranunculus bulbosus - Knolboterbloem)
Diverse onderwerpen
  Tips van Tenna: huismiddeltjes - EHBO uit uw keuken
  Over Europan Scientific Cooperation On Phytotherapy (ESCOP)
  Planten en kanker
  Plantaardigheden en kanker
  2000 jaar oude pillen met kruiden ontdekt in scheepswrak
  Prof. dr. Frits Muskiet: ‘Onze voeding moet gebaseerd zijn op eetpatroon oermens’
  Bestanddelen van thee
  Bloementuin
  Vakantie
  Generatietuin
  Voorjaarsbloemen 2011
  Nog wat voorjaarsbloemen

Over bijen

Over de wilde cichorei (Cychorium intybus)
  1. Namen, plantlore en ander merkwaardigs
  2. Botanie en (een beetje) ecologie
  3. Fenomenologie
  4. Veelzijdig groentegewas en koffieleverancier
  5. Arietta cichoriata - andante semplice e cantabile
  6. Therapeutische toepassingen - van de oudheid tot Rudolf Steiner
  7. Therapeutische toepassingen -
Edward Bach en de bloesemremedie Cichorei (Chicory)
  Praeambulum
  BIJLAGE 1
  BIJLAGE 2
  BIJLAGE 3
Beluister de
Uitzendingen/Podcasts
P.Munnik over kruiden
   
Woordenboek Nederlandsche Taal
Plantago PlantIndex
Letter: druk op CTRL, draai ook aan muiswiel