Diverse artikelen
Flierefluiten met een vlierfluit
Het woord 'fliere fluiter' zou volgens Van Dale afkomstig kunnen zijn van de vlier, 'waarvan kinderen fluitjes maakten'. Zo'n vlierfluit maakt men met een vliertak die men in de winter afzaagt en meteen van zijn merg ontdoet. Drie weken laten drogen: een week buiten, een week binnen en een week op de verwarming. Binnenkant glad vijlen, een labium uitsnijden (zoals bij een blokfluit) en op regelmatige afstanden zes gaten branden — en u hebt al een primitief blaasinstrument. (Uitgebreide beschrijving verkrijgbaar via het Natuurreservaten-secretiaat: Koninklijke Sint-Mariastraat 105 1030 Schaarbeek).
Een primitieve volksklarinet gaat als volgt:
Snij een lipje los van een uitgehold eindje niet te dikke tak dat aan één kant dichtgestopt is (zie tekening) en rek het een heel klein beetje open.
Steek dit rietje in een dikkere, eveneens uitgeholde tak waarin u 6 vingergaten maakt(brandt).
Bron
Natuurreservaten juli 1999
^Naar het begin van deze pagina
|