Ik begin achterin het boek met een citaat van de schrijver die op de toekomst slaan, de schrijvers noemen dat de vier opgaven:
- Het tegengaan van verlies aan biodiversiteit
- Het Duurzaam gebruik van hulpbronnen
- Het Verkleinen van de afstand tussen mens en natuur
- Het beperken van conflicten tussen natuur en landschapsdoelen en economische ontwikkeling
Ik heb er zelf nog eentje:
- Maak gebruik van het bovenstaande en benut dat tevens voor het oplossen van diverse milieu problemen als vervuiling en waterberging
Dan heb je afgezien van de beschrijvingen van de beekdalen van een type die hoogst zelden te vinden is in Europa, de kern van het betoog te pakken. De auteurs zijn vrijwel alle in het vak van natuurontwikkeling beknijsd en je voelt de aandrang om dat op veel van de beschreven plaatsten toe te passen. Daar is überhaupt geen bezwaar tegen aan te voeren al kennen we allemaal het probleem dat we met een bepaalde staatsecretaris hebben die zijn opdracht op pertinente wijze verkeerd uitvoert. Dat heb ik ook al bij Stromend Landschap gememoreerd.
Daar heeft dit boek overeenkomsten mee, te meer ook omdat het verschijnsel vloeiweiden ook in dit boek aan de orde komt. In dat boek gaat het om één uitgewerkt project en hier is een veelvoud aan projecten aangewezen om onder handen te nemen.
In Stromend Landschap wordt al gehint aan de restanten van vloeiweiden in Brabant en in dit boek komt het bewijs aan de orde.
Wat me opviel was het gebruik van jargon dat in de ecologie gebruikt wordt vaak zonder verdere uitleg gebezigd wordt. Dat, als ik het zo beschrijf, lijkt op zich een storende factor maar is het niet. Van de geïnteresseerde lezer mag enige soepelheid van geest worden verlangd en anders wordt het tijd om eens een woordenboekje samen te stellen of we halen er een ecologie lesboekje bij.
De ondertitel Stroom door tijd, Natuur en Landschap wordt volledig gehonoreerd; het ontstaan van de laaglandbeken en de ontwikkelingen daarna en de bewerkingen die de mens aan de diverse stromen die samen het stroomgebied van de Dommel vormen worden uitgebreid uit de doeken gedaan.
In die zin leert men het landschap op een andere manier te “lezen” dan je normaal gesproken zou doen tijdens je wandelingen.
Zelf woon ik in het stroomgebied van de Mark en de Aa of Weerijs en ook dat van de Donge en ik heb de lichtlekkende waadbroek maar weer eens onderhanden genomen om overeenkomsten in mijn eigen “Heem” te gaan zoeken.
Wij hebben hier wel het boek Breda Buiten dat ik van plan ben om ook hier eens te bespreken, maar dat gaat veel breder dan alleen de beekdalen die we hier hebben en worden de beken wat stiefmoederlijker besproken. Dus kan ik voorlopig mezelf voldoende vermaken als het weer wat aantrekkelijker wordt.
Ook heb ik passages in het boek gevonden die me prikkelen om het Dommelse gebied weer eens te bezoeken. Ik kan me zo voorstellen dat het zien van de enorme hoeveelheid foto’s die allemaal van uitstekende kwaliteit zijn en van een heel leger fotografen afkomstig, bij u ook de lust opwekken om van “ons” Taxandria uw vakantiebestemming te maken.
De herkomst van die oude Romeinse naam voor Brabant wordt overigens ook verklaard. De boogschutters van de Romeinse horden werden wild door het vele voorkomen van de Venijnboom waar je een eerste kwaliteit boog van kan maken en die als wetenschappelijke (Latijnse) naam Taxus draagt. Voorwaar een strategisch waardevol gebied, vooral ook omdat er zo weinig mensen hier woonden in die tijd die het zelf konden gebruiken.
Aan de orde komt ook de aanleiding die de leegheid van het gebied was tot in de 19e eeuw voor de vestiging van enkele zeer vervuilende industrieën in het beschreven stroomgebied. Budelco was er één van en in België kennen we ook een paar die kwistig waren met het in de bodem brengen van Cadmium en nog meer van dat soort gesniester. Zeer kwalijk achteraf gezien.
In Stromend Landschap is een bijeffect van het herontwikkelen van de vloeiweide een nieuw type vloeiweide beplant met riet dat zware metalen opneemt uit de grond, eens afgemaaid en verstookt in een biomassa krachtcentrale vermindert ter plaatse het probleem. Wageningen weet er meer van te vertellen. In een grijs verleden heb ik de Dommelbodem eens bemonsterd ter plekke van het “prehistorisch” dorp in Eindhoven en toen was de grond in de beekbodem ongeschikt om in te “modderen” met blote voeten, daaruit mag u concluderen dat er alleen al om die reden, het aanbevolen is om te gaan “werken” aan herstel van “oude waarden” van het bekengebied.
Meer ga ik u niet vertellen van wat ik gevonden heb in het boek, dat dank zij de sponsoren belachelijk laag geprijsd is voor de kwaliteit van het gebodene. Alleen weet ik nu waar de naam van plaatsgenoot en cabaretier Guido Wijers vandaan komt. U na het lezen van De Dommel. Aanbevolen en veel leesplezier.
Breda
Nieuwjaarsdag 2012.
Paul Munnik
Plantaardigheden.nu - Vragen en antwoorden en discussie |