Beginpagina van Plantaardigheden.nl

 

 

Actuele toepassingen van planten

Plantaardigheden.nl
Artikelen over planten
Sitemap

Leesmaar.nl
Dodoens en meer bijzondere boeken

Leeswerk.nl
Artsenijgewassen
Flora Batava

Krachtigeplanten.nl
A modern herbal: 100 medicinale planten
Massachusetts Institute of Technology

Boekenrubriek met recensies van boeken over toepassingen van planten

Honingbijen - Dagvlinders in Nederland en Vlaanderen - Dagvlinders van Europa

Drieluik Plantenminnende Schepsels

Honingbijen

  • Auteur: Jürgen Tautz
  • Tekstadvies: Tjeerd Blacquiere (Plant Research International WUR Wageningen)
  • Fotografie: Helga Heilmann
  • Uitgever: KNNV Uitgeverij
  • Uitvoering: 278 pag., 17 x 24 cm, genaaid gebonden.
  • ISBN: 978 90 5011 307 6
  • Prijs: € 29,95
  • Meer informatie bij de uitgever

Dagvlinders in Nederland en Vlaanderen

  • Auteur: Annette van Berkel m.m.v.  Boudewijn de Groot en Kars Veling
  • Technische bewerking: Weia Reinboud  
  • Uitgever: KNNV Uitgeverij in samenwerking met de Vlinderstichting
  • Uitvoering: DVD
  • ISBN: 978 90 5011 315 1
  • Prijs: € 14,95
  • Meer informatie bij de uitgever

Dagvlinders van Europa

  • Auteur: Tristan Lafranchis
  • Vertaling/bewerking: Albert Vliegenthart, Jaap Bouwman en Mathilde Groenendijk
  • Uitgever: KNNV Uitgeverij in samenwerking met de Vlinderstichting
  • Uitvoering: 416 pag., 14,8 x 21 cm, genaaid gebrocheerd, full colour.
  • ISBN: 978 90 5011 302 1
  • Prijs: € 39,95
  • Meer informatie bij de uitgever

   Bloemen houden van mensen, was een slogan van de bloemisterij een aantal jaren terug. We zouden ze in huis moeten halen zo betoogden ze vervolgens of het een logisch vervolg op de stelling betrof. We zijn niet de enige liefhebbers van bloemen er zijn nogal wat insecten die fervente liefhebbers zijn van bloemen. Zodanig dat hun leven er zo’n beetje mee verknoopt is. De meest aansprekenden zijn wel de bijen en de vlinders. Daar heeft de ‘Koninklijke’ wat mee net als zo veel zaken die een natuurhistoricus aanspreken. Als plantenliefhebber heb je dan, hoe je het ook wendt of keert, een band met deze bloemenliefhebbers die voor hun daaglijks brood net als wij op planten zijn aangewezen.

   Het is misschien niet toevallig dat het KNNV drie werken op het gebied van honingliefhebbers binnen een redelijk korte termijn na elkaar heeft uitgebracht en voor mij aanleiding om de drie uitgaven in een bespreking te behandelen.

   Twee uitgaven over wat een rechtgeaarde Vlaming “kappellekens” noemt en één over de nijvere bijen.

    De Grieken noemen een vlinder Psyche wat eveneens verwijst naar de ziel, hetgeen mij altijd een beetje contemplatief maakt, vlinders maakten mijn vader altijd een beetje opgewonden en die had in zijn jeugd een bijna complete verzameling van de in Nederland voorkomende soorten vlinders die later door motten is opgevreten. Een dergelijk kannibalisme raad ik de mens af want dat zou een verhoogde kans op ziekte van Creutzfeld-Jacob geven. Die motten deden hun werk in het geniep en mijn vader kon me niet vertellen hoe het die beestjes naderhand is vergaan. Een kans op een wetenschappelijke beschouwing is daardoor onopgemerkt aan ons voorbij gegaan. Nu ben ik heel terughoudend waar het verzamelen van dieren betreft, daardoor zal in mijn omgeving een dergelijke kans zich niet snel meer voordoen. De oorspronkelijke auteur van Dagvlinders van Europa Tristan Lafranchis; stelt daarom ook voor om een fotoverzameling aan te leggen in plaats van opgeprikte en voor dat doel om zeep geholpen exemplaren op turf of polystyreen plaatjes ten toon te stellen. Of nog erger in een kast op te bergen. Tot op de dag van vandaag worden er in sommige landen met behulp van vlindervleugeltjes en vleugels kunstwerken gemaakt. Ik zag daarvan in China nogal wat voorbeelden van. Best kunstzinnig allemaal maar het stemde me een beetje droef. Ook kan je met behulp van een verrekijker die ook dichtbij goed is scherp te stellen een determinering uitvoeren.

   In de tijd dat ik dit zit te schrijven heb je misschien nog wel de meeste lol bij de DVD die de Vlinderstichting samen met het KNNV heeft gemaakt. Ook een manier van beelden verzamelen van vlinders is met de videocamera van Annette van Berkel waarmee ze het veld in is gegaan. Als de sneeuw het veldwerk met koude voeten beloont is het prettig om in een luie stoel naar de verzamelde beelden te kijken en je krijgt nog tekst en uitleg bovendien. Ik had eerst de DVD in de speler gestopt en ben gelijk gaan kijken en luisteren voordat ik de colofon had gelezen en hoorde toen de zanger van Meester Prikkebeen Boudewijn de Groot, een tekst inspreken over vlinders. Dat gaat hem goed af zelfs beter nog dan Eva Zeijlstra. We hadden net van Tristan Lafranchis vernomen dat we niet als meester Prikkebeen met een netje achter de vlinders aan moesten jagen en dat maakt het weer leuk.

   Het is een aardige DVD met niet zozeer spectaculaire beelden. De beelden geven een goed inzicht in het gedrag van vlinders met hun kroegen van bloemen, hun balts en voortplanting. Ook wordt duidelijk welke soorten voorkomen in welk type omgeving.

   Omdat dat de insecten zo´n aardige levensloop hebben door hun gedaanteverwisselingen en zeker bij vlinders is dat het geval, wordt daar ook ruim aandacht aan gegeven waarbij de beelden van Annette van Berkel worden aangevuld met die van de Pool Marcin Sielezniew en Poolse Anna Stankiewicza en Brigitte van Limburg Stirum en Pieter Kan.

   De Vlinderstichting heeft Kars Veling, Liesbeth van Agt, Ineke Koopmans, Theo Verstrael en Titia Wolterbeek ingezet als begeleiding. Maar ik zit dan duidelijk de colofon te citeren. Annette van Berkel is maar liefst vijf jaar bezig geweest om de beelden bij elkaar te sprokkelen.

   Leuk van die DVD´s is dat je allerlei opties hebt bij het afspelen van de films. Zo kan je de sprekers de mond snoeren en puur naar de omgevingsgeluiden bij de films luisteren. Net zo´n beetje als bij karaoke. Je kan, maar dan moet je daar eerst wel om vragen bij de uitgever, je eigen tekst bij spreken als je de beelden als voorlichtingsmateriaal zou willen gebruiken bij een lezing of zo. Daar is het natuurlijk niet voor bedoeld denk ik, maar gezien de doelstelling van het KNNV lijkt het me voor de hand liggen dat de beelden in kleine kring zullen worden vertoond. Zeker de moeite waard om een dergelijke DVD te hebben als je beginnend vlinderaar bent en er aan toekomt om de Nederlandse “Lafranchis” te gaan aanschaffen.

   Het aardige van Lafranchis is dat hij door medewerking aan een boek of beter gezegd twee boeken dienaangaande, kenner is van de Griekse Flora en dus valt in de categorie plantenliefhebbers. Ik denk wel gezien de gids, dat zijn hart meer bij vlinders ligt.

   Het voor een veldgids lijvige Dagvlinders van Europa is weer zo´n typische goed verzorgde uitgave van het KNNV, het oogt fraai verzorgd en in het colofon komen de nodige namen voor van medewerkers van de Vlinderstichting die we ook bij de DVD tegenkwamen. Een fraai resultaat van een goede samenwerking. Het past in de zak van mijn wasjas en dat is een criterium ter toetsing van de juistheid van het predicaat ´Veldgids´.

   Lafranchis is een begrip in vlinderend Nederland en ver daarbuiten. Er is een oorspronkelijke Engelse versie en een Franse. Beiden werden hier te lande gebruikt. Mij is niet bekend hoeveel actief vlinderende natuurliefhebbers er rondlopen, de groep is volgens de KNNV voldoende groot of groeiende om een Nederlandse versie verantwoord te laten zijn. Omdat Lafranchis een handige determineersleutel heeft, aangevuld met foto´s van elke genoemde soort en, zo is mij verteld, ook weinig fouten kende behielp de Nederlandse vlinderaar zich met hetzij de Engelse dan wel de Franse versie en nog met genoegen ook.

   Jammer is dan dat je de officiële Nederlandse naam nog niet hebt.
Daarbij komt dat het niet altijd meevalt om in een andere dan je moerstaal een technisch werk te lezen. Want dat is het wel, verwacht geen plaatjeskijkboek want dan kom je bedrogen uit. Echter de plaatjes die erin staan zijn van goede kwaliteit en logischerwijze zijn ze niet groot, de meeste niet groter dan de afgebeelde vlinder in werkelijkheid. De plaatsing van de foto´s is bij de betreffende tekst en dat vindt ik wel zo prettig.  Voor het betere kijkwerk hebben we als rechtgeaarde liefhebber de DVD al aangeschaft. Bij die tekst staat ook een kaartje van het verspreidingsgebied.

   Het betreft als de titel al aangeeft alle vlinders van Europa en dan is het logisch dat niet voor elk vlindertje een Nederlandse naam voorhanden is. De vertalers hebben dan samen met de Vlinderstichting een zoveel mogelijk rechtdoende naam opgenomen. Welke dat zijn is me niet geheel duidelijk geworden. (De Crossbill Guide voor de Cevennes en Haute Causses gaf dat wel aan -ook KNNV-.) De in Nederland voorkomende soorten zijn in de tekst met een zwart vlindertje gemerkt.

   Daarbij komt dat Lafranchis de Azoren en de Canarische eilanden en Cyprus  heeft genegeerd. Dat is voor een Nederlander een uitdaging natuurlijk en dat hebben de vertalers maar gelijk ter hand genomen. Je zou veronderstellen dat het beter/completer is geworden dan het origineel.

   Als te doen gebruikelijk zijn de experts in om het even welk vak een beetje excentriek en zo heeft Lafranchis bedongen dat de wijzigingen in de taxonomie (naamstelling van de soorten) niet in de vertaling zouden worden verwerkt en de door hem gebruikte Algemeen Beschaafd Vlinderologisch Latijnse namen zouden worden genoemd. Welke dat zijn is in een supplement opgenomen, zodat men bij een citaat van een wetenschappelijke naam in een publicatie niet voor “Meester Prikkebeen” (synoniem voor “Jan met de Korte Achternaam”) hoeft te staan.

   Het boek kan bijdragen dat ik dat wat minder kan ga doen want lezing van het boek bracht aan het licht dat mijn parate kennis toch minder is dan men bij mij zou mogen verwachten. Daarom ben ik sowieso blij met deze uitgave en kan makkelijker dan voorheen mijn kennis op het aanvaardbare peil brengen.

   Een heel ander hoofdstuk is Honingbijen van Jürgen Tautz in een vertaling van Bart Voorzanger. Dit is zowel een goed kijk- en bladerboek als wel een goede inleiding op de bijenkunde. Het kijkgedeelte zit ‘m vooral in de foto’s van Helga Heilman. In een woord: prachtig.

   Jürgen Tautz heeft twee doelen voor ogen zoals in de inleiding over de auteur wordt gezegd en dat is enerzijds fundamenteel onderzoek doen en anderzijds voorlichting geven aan een breed publiek. Dat spreekt me zeer aan zoals u al eerder bij andere boekbesprekingen heeft kunnen merken. Wilt u voordat we verdergaan wat meer van zijn werk willen zien  dan kunt u terecht op de volgende link: http://beegroup.de

   De oorspronkelijke versie ziet er daar zo uit:

   Terechte titel Het fenomeen Honingbij,  vrijwel alles wat een bij interessant maakt komt aan de orde. De voortplanting, de herkomst, de sociale aspecten en het belang van de landbouw bij/van de bij komt aan de orde. Vanzelfsprekend ook de producten van de kleine bio-fabriekjes die bijen zijn. Mijn zwager voorheen een bieboer had een handboek voor het houden van bijen waaruit ik één citaat u niet wil onthouden: “het sluiten van de bijenkast dient zonder krakende geluiden plaats te vinden”. Dat soort zinnen krijgen bij mij een hoofdprijs, maar dit is niet een handboek, dit gaat over de bijen zelf en niet het houden van.

   Ik ken een paar bieboeren die een zeer hoge leeftijd hebben bereikt, enerzijds zal dat door hun hobby kunnen komen, anderzijds is het omgaan met deze intrigerende diertjes een reden om zeer oud te willen worden. Volgens mij kun je er geen genoeg van krijgen en het lezen van dit boek zou heel goed een aanleiding kunnen vormen om het houden van bijen te overwegen. Het is geen veldgids of als gezegd een handboek. Er zijn in totaal acht soorten honingbijen waarvan er één in een aantal rassen bij ons ten lande voorkomt. Dus zou een veldgids zeer dun kunnen zijn. Omdat van de bij zoveel te vertellen valt is het niet echt doenlijk om een summiere samenvatting te geven van al de zaken die in het boek ter sprake komen. De stijl en woordkeus is modern en absoluut niet overduidelijk wetenschappelijk van toon, de inhoud wel, dus kunnen we gerust stellen dat dit boek een aanrader is voor een ieder die graag wil weten dat bijvoorbeeld honingbijen het mummificeren hebben uitgevonden en niet de Egyptenaren. Dat behoeft wel enige verklaring die ik uit het boek heb gehaald (blz. 191 & 192): Stelt u zich voor dat een muisje zich ongewenst -door de bijen- toegang heeft verschaft tot een nest. Wat de bijen dan doen is een regelrechte moord plegen op zo’n onverlaat, om nu te voorkomen dat een ontbindend lijkje een ware infectiebedreiging wordt voor het volk pakken ze het beestje in propolis in. Propolis is een verzameling van plantenharsen dat naast bloemen ook van knoppen, bladeren en vruchten afkomstig is. Die harsen hebben een antibacteriële en schimmeldodende werking. Die werking komt in het voorbeeld aardig van pas, want afgezien dat de muis onschadelijk is gemaakt wat betreft zijn inbrekerij, aan de andere kant vormt zo zijn lijk geen gevaar meer door de mummificering. De Egyptenaren hebben dat kunstje afgekeken en gebruikten ook diverse harssoorten voor hun mummies. Later, maar dat staat niet in dit boek, was het in de geneeskunst niet ongebruikelijk geweest om vermalen mummies toe te passen bij bacteriële infecties. Over honing valt nog wel meer te vertellen en over de “Royal Jelly”heeft Roald Dahl eens een aardig verhaal geschreven. Redenen genoeg om dit boek aan te schaffen.

Het was de bundel M'n Liefje, M'n Duifje uit de jaren zestig het verhaal heette Royal Jelly

The baby of a married couple doesn't accept any food at all and everyone thinks that she is going to starve. So the husband, who is a bee-keeper, tries to feed her with Royal Jelly, which is the only thing the baby eats. She loves her new food and even doesn't want to stop eating. The baby puts on weight - an alarming amount, though the arms and legs do not grow in proportion; after some months, her skin gets yellow and hairy...

Dit citaat is te vinden: http://home.rotfl.org/me/r_dahl/r_dahl.html

Moet nog bij vermeld worden dat de betreffende bieboer onvruchtbaar in het verhaal was tot hij zich aan de RJ vergreep.

    Omdat de vlinders en de bijen verklaarde bloemenliefhebbers zijn vond ik het aardig om in één verhandeling de drie uitgaven aan u te presenteren.

   Gewaardeerd door een plantenliefhebber.

Breda, januari 2010.

Plantaardigheden.nu - Vragen en antwoorden en discussie

P.Munnik

   P.S. Het bijenboek heeft in Duitsland dezelfde prijs als deze uitgave dus grensbewoners hoeven niet voor een verschil de grens over.

^Naar het begin van deze pagina

Recensies van boeken over toepassingen van planten
 

Hobby

Omgeving

Plant
Toepassing
 
Woordenboek Nederlandsche Taal
Plantago PlantIndex
Letter: druk op CTRL, draai ook aan muiswiel