|
|||||
|
|||||
4 januari 2013 vrijdag Akkerrand moet bloemrijkerSteeds meer boeren zijn door de activiteiten in het kader van het Jaar van de Bij bereid om hun akkerranden in te zaaien met wilde kruidenrijke beplanting. Dat is de stellige overtuiging van hoofddocent nieuwe risico's Jeroen van der Sluijs (Universiteit Utrecht). Van der Sluijs heeft zich net als toxicoloog Henk Tennekes verdiept in het wel en wee van de bij. Beiden zien een relatie tussen het gebruik van neonicotinoïde gifsoorten in land- en tuinbouw en de grote bijensterfte van de laatste jaren, soms wel 27 procent van de volken. De Bijenstichting maar ook andere organisaties maakt gebruik van zijn expertise ten aanzien van het wetenschappelijk onderzoek. Van der Sluijs vindt het positief dat steeds meer agrariërs mede door goede voorlichting een 'structurele aanpak' nastreven van hun akkerrandenbeheer. ,,Een strook wilde begroeiing om akkers heen is goed voor insecten'', zegt Van der Sluijs. ,,Hommels, bijen, sluipwespen, lieveheersbeestjes, die gedijen daarin goed. En dat zorgt weer voor een lagere plaagdruk.'' Lieveheersbeestjes zorgen doorgaans voor minder bladluis. Zonder die natuurlijke vijanden kiezen boeren er vaak voor een neonicotinoïde gifsoort in de zetten. Het aantal deelnemers aan het akkerrandenbeheer is mede door het Jaar van de Bij gegroeid van 350 naar 550 boeren. ,,Er zijn al honderden kilometers akkerrand ingezaaid'', zegt Van der Sluijs. ,,Dat kun je vinden op www.bloeiendbedrijf.nl.'' Van der Sluijs zou net als de Bijenstichting graag zien dat de politiek iets doet aan het beperken van de neonicotinoïden. Positief vindt hij het dat in het Jaar van de Bij er meer aandacht is gegenereerd voor het gevaar van dergelijke gifsoorten. ,,Er waren in 2011 al 72 Kamerleden voor een moratorium op imidacloprid'', zegt hij. ,,Afgelopen jaar is er helaas niet zoveel gebeurd op dat vlak. Het wachten is nu op wat het EFSA gaat publiceren volgend voorjaar.'' Dit instituut, een soort Europese Voedsel en Warenautoriteit, adviseert de Europese Commissie. Dat het aantal planten waarvoor het zenuwgif thiacloprid (ook een neonicotinoïde) is toegelaten dit jaar is uitgebreid, vindt hij zorgelijk. Het zou minder giftig zijn. Van der Sluijs: ,,Er is echter onderzoek waaruit blijkt dat het bij heel lage concentraties de bij al gevoeliger maakt voor de parasiet nosemaschimmel.'' |